Goed sloopbeheer beter voor de portefeuille

Sloop en asbest vraagt om expertise en begeleiding

Profex, één van de verschillende schakels in het kennisnetwerk van United Experts Group, staat kmo’s, industrie en particulieren met raad en daad bij op vlak van milieu, bodem en energie. Zo leverde het dit jaar alleen al zo’n 1.000 asbestattesten af. Seppe Van der Stoelen, expert sloop en asbest, legt uit waarom dit asbestattest méér is dan zomaar een verplichting. Hoe haal je er voordeel uit? En hoe zet Profex zijn expertise in om bedrijven tijdens dit proces te begeleiden? 

Naar schatting 3 miljoen constructies in Vlaanderen bevatten asbest. Sensibiliseren, inventariseren, ageren: zo wil de overheid Vlaanderen asbest­veilig maken op een slordige twintig jaar tijd. Dat asbest schadelijk is voor mens en milieu is ondertussen goed doorgedrongen. Met de invoering van het asbestattest wil de Vlaamse Regering tegen 2032 in kaart brengen waar er asbest is. Daarom verplicht ze verkopers van woningen voor 2001 een asbestattest af te leveren. Laatste, logische stap na inventarisatie: alles wat gevaarlijk is, secuur ontmantelen en verwijderen tegen 2040.   

Wie een asbestattest nodig heeft, kan een beroep doen op de deskundigen van studie- en adviesbureau Profex. Zij komen ter plaatse en maken een document op dat alle asbesthoudende materialen beschrijft. Deze asbestinventaris is de basis voor het asbestattest. Naast de locatie en de staat van het asbest, bevat het ook aanbevelingen hoe het veilig beheerd of verwijderd kan worden. Van Der Stoelen: “Dit is niet louter een attest, maar een bron van informatie. Helaas wordt het vaak nog niet zo gepercipieerd of wordt er onvoldoende gebruik van gemaakt. Daarom geven wij aannemers altijd de tip om het asbestattest op te vragen, bij elke opdracht. Het bevat plannen, waarnemingen, aanbevelingen … die zomaar voorhanden zijn. Kortom, een prima basis om van te vertrekken.”

Bij sloop-, renovatie- en ontmantelingswerken wordt een destructieve asbest­inventaris opgemaakt. In tegenstelling tot de niet-destructieve inventaris, in geval van verkoop bijvoorbeeld, worden wel muren en wanden afgebroken om ingesloten asbest op te sporen. De destructieve asbestinventaris is vaak omvat in het sloopopvolgingsplan. “Wij staan niet enkel garant voor snelheid en kwaliteit, klanten kunnen ook rekenen op onze expertise in sloop en asbest. Die twee gaan vaak hand in hand. Door de strenger wordende regelgeving zitten wij rond tafel met de klanten en maken hen wegwijs in de nieuwe, vaak complexe, wereld van sloop en asbest”, zegt Van Der Stoelen.

Door het naleven van de regelgeving worden gevaarlijke afvalstoffen, zoals asbest, voor de start van de sloopwerken op een veilige manier verwijderd. Dit is noodzakelijk voor mens en milieu. Maar door je als bedrijf goed te laten begeleiden, kan het ook goed zijn voor de portefeuille. Een aannemer komt tijdens de sloopwerken niet graag voor verrassingen te staan. Daarom is het noodzakelijk om steeds een kwalitatief sloopopvolgingsplan te voorzien. Zo vermijden bedrijven onverwachte kosten en verloopt de werf vlotter. Wanneer een werf onder het beheer van Tracimat valt en een dossier wordt aangemaakt, kan de sloper het steenpuin aanbieden als LMRP (laagmilieurisicoprofiel) bij de breker. Is dit niet het geval, dan neemt de breker het steenpuin binnen als HMRP (hoogmilieurisicoprofiel). “Wie sloopwerken uitvoert, kan gemiddeld 5 euro per ton uitsparen. Een prijsverschil dat direct voelbaar is bij grote werven. Maar ook voor kleinere aannemers die meerdere, kleine projecten uitvoeren, zijn die lagere afvoerkosten mooi meegenomen”, besluit Van Der Stoelen.