Oproep tot meer pragmatisme in sloopsector

Nood aan haalbare en betaalbare regelgeving 

Meer kwaliteit en meer circulariteit in sloop en renovatie: een ambitie die VSOR volledig onderschrijft. Maar de Belgische Vereniging van Sloop-, Ontmantelings- en Recyclingbedrijven is beducht voor overregularisatie. Regelgeving en realiteit op het terrein beter op elkaar afstemmen is dan ook van cruciaal belang.   

Vlarema 9, het eID, de rapportage via MATIS, de afschaf van de voordelige 6% btw-regel voor sloop voor bedrijven … de lijst met regels is uitgebreid. “En zeker niet altijd werkbaar”, volgens Dino Henderickx, directeur bij VSOR. “We zijn niet tegen regelgeving, laat dat duidelijk zijn. We willen het kwaliteitsniveau omhoog, de volledige sector verder professionaliseren en een gelijk speelveld creëren. Een werkbaar kader, met resultaatsverbintenis in plaats van middelenverbintenis, dat de kwaliteit verhoogt en circulariteit stimuleert, ondersteunen we voluit. Vandaag dreigen we echter te verzanden in administratieve regelneverij.”

VSOR grijpt MATIS aan als voorbeeld. Het Vlaamse materialeninformatiesysteem brengt de materialenstromen van afvalproductie in kaart. Sven De Meuter, voorzitter van VSOR en bestuurder bij De Meuter en All Belgian Recycling, illustreert: “Een kwartaal rapporteren via het Integraal Milieujaarverslag is een halve dag werk én de recyclagegraad kon OVAM eenvoudig rapporteren aan Europa. Via MATIS moet je niet enkel per materialenstroom registreren, maar ook per inkomende werf en per uitgaande bestemming. Vorig jaar zijn drie medewerkers negen maanden bezig geweest om de 45.000 inkomende bewegingen samen te vatten in 11.000 lijnen. Een duur monnikenwerk zonder meerwaarde voor de rapportage of voor de kwaliteit van de gerecycleerde granulaten.” Grotere spelers kunnen die administratieve verplichtingen eenvoudiger het hoofd bieden. Voor kmo’s is dit een ander verhaal. Ze hebben noch de tijd om het zelf te doen, noch de middelen om extra personeel aan te werven. “De overheid wil de sector professionaliseren, maar schiet dit doel voorbij. De echte cowboys, die vaak geen vergunning hebben, haal je er enkel uit door meer en betere handhaving. De regelgeving zorgt niet voor extra kwaliteit, maar extra administratieve lasten. Wij vrezen een evolutie waar degelijke spelers er de brui aan zullen geven of prooi worden voor de grotere, vaak buitenlandse, groepen.” 

VSOR ondersteunt regelgeving die bijdraagt tot meer circulariteit. “Bronsortering, opgenomen in Vlarema 9, is een goede zaak. Hoe zuiverder je materialen kan afvoeren voor hergebruik of recyclage, hoe beter. Een pragmatische aan­pak in sloop, afvoer en verwerking blijft onont­beerlijk. De teksten zijn geschreven met goede intenties maar praktisch lopen we tegen onze limieten aan”,  licht Henderickx toe. Vlarema 9 definieert 27 materialen­stromen die bron­gesorteerd afgevoerd moeten worden. Veel steden en gemeenten beperken echter het aantal containers en transporten. Vaak ontbreekt plaats om meerdere containers te plaatsen. De Meuter: “We moeten teruggaan naar de essentie: recycleerbare materialen mogen niet zomaar naar een verbrandingsoven of naar een stort. Bronsortering is haalbaar als er voldoende volume en plaats is. Is dit niet het geval, dan telt Vlaanderen hoogwaardige sorteercentra die de materialen in gemengde containers perfect van elkaar scheiden.” 

Met een recyclagegraad in bouw- en sloopafval van meer dan 90% overschrijden we vandaag al de Europese 2030 doelstellingen. Waarom wordt de sector dan met nieuwe regelgeving om de oren geslagen? “De perceptie leeft nog altijd dat we de regels aan onze laars lappen. Onterecht, want we behoren tot de beste van de klas in Europa. Naast het informeren van onze leden en lobbyen voor een wetgevend kader dat voor iedereen haalbaar en betaalbaar is, is dat een van onze grote doelstellingen: werken aan een positief imago”, besluit De Meuter.