NLFR

Platform over de gehele recyclingstroom binnen de Benelux
Geert Warringa, onderzoeksbureau CE Delft: “Ruimte die geschikt is voor recyclingactiviteiten reserveren”
Maatwerkbedrijf De Vlaspit: van afgedankte kurk tot hoogwaardig isolatiemateriaal.

Geert Warringa, onderzoeksbureau CE Delft: “Ruimte die geschikt is voor recyclingactiviteiten reserveren”

De ruimte in Nederland is schaars. We staan voor een aantal grote opgaven die ruimte vragen, zoals woningbouw, energietransitie, natuurherstel en klimaatadaptatie. Binnen onze branche is het echter de vraag wat er overblijft aan fysieke ruimte voor afval- en recyclingbedrijven. Geert Warringa, senior onderzoeker en adviseur circulaire economie bij onderzoeksbureau CE Delft, heeft onderzoek gedaan naar de ruimtelijke impact van een circulaire economie.

De overheid heeft ambitieuze doelen op het gebied van de circulaire economie: 50% minder primaire materialen in 2030 en een volledig circulaire economie in 2050. “Het ontbreken van geschikte ruimte kan hierin een knelpunt worden”, aldus Warringa. “Denk aan recyclingbedrijven die traditioneel aan de randen van stad liggen en steeds verder door nieuwe woonwijken worden omsloten. Hierdoor wordt hun milieuruimte (zoals de mogelijkheid tot overlast en risico’s, red.) of uitbreiding ingeperkt.” Recyclingbedrijven vragen vaak veel milieuruimte, dus ook een bepaalde afstand tot bijvoorbeeld woonwijken. “Door oprukkende woningbouw worden de geschikte locaties, waar je deze activiteiten kunt ondernemen, steeds schaarser. En wat je ook ziet, is dat op locaties waar het zou kunnen, daar dan kantoorgebouwen zijn gevestigd. Of in ieder geval functies die ook elders hadden kunnen plaatsvinden. Daardoor wordt de ruimte voor recyclingbedrijven schaarser.” Dit kan een probleem gaan worden. “Omdat er ontwikkelingen zijn zoals uitvoerende producentenverantwoordelijkheid van luiers of textiel of een norm voor het verplicht aandeel recyclaat en biobased plastics. Die vragen juist om meer recyclingactiviteiten. Dus als het nu al knellend begint te worden, is het zaak om richting de toekomst ervoor te zorgen dat er voldoende geschikte locaties zijn. Al is het duidelijk dat het lastig is om – rekening houdend met allerlei milieueisen – een terrein goed te ontwikkelen.”

Boodschap

Warringa heeft dan ook een duidelijke boodschap richting de ruimtelijke beleidsbepalers en de politiek: “We zijn een klein landje en willen meer woningen en meer duurzame energie, maar tegelijkertijd ook natuur en ruimte voor landbouw. Dat is al een moeilijke kwestie. Maar er moet ook nog ruimte zijn voor recyclingactiviteiten.” Een pasklaar antwoord heeft Warringa niet, maar het zou volgens hem wel een heel goede keuze zijn om locaties die zeer geschikt zijn voor recyclingwerkzaamheden – denk aan terreinen met een hoge milieuruimte en die goed ontsloten zijn via water, weg en spoor – ook daadwerkelijk te ‘reserveren’ voor deze activiteiten. 

Oplossing

Het wordt een hele uitdaging. Want je krijgt ongetwijfeld te maken met protesten van omwonenden en milieuactivisten. Recyclingbedrijven kunnen immers zorgen voor geluids- en/of stankoverlast en het gevaar voor een uitslaande brand is ook aanwezig. Warringa: “Hierdoor is er een risico dat gemeenten de voorkeur geven aan andere activiteiten dan recycling. Voor dat probleem zal toch een oplossing moeten worden gevonden, want deze zelfde gemeenten – én hun inwoners – willen wel van hun afval en oude spullen af.” En dit is een verantwoordelijkheid van alle overheden. “Ik denk niet dat je dit alleen aan gemeenten moet overlaten”, aldus Warringa. “Je hebt ook nog een provinciale overheid en een rijksoverheid. Die willen natuurlijk ook dat de circulaire doelen worden behaald. Dus overheden moeten gezamenlijk ervoor zorgen dat het probleem wordt opgelost. We zitten immers niet meer te wachten op de vuilnisbelten van vroeger. Vandaar de opdracht aan de overheid om de ruimte om recyclingbedrijven te vestigen te vinden én
anders te creëren.”

Agenda

Overheden dienen ‘ruimte’ dus op hun agenda te zetten en de belangen van verschillende functies en doelen tegen elkaar af te wegen. Warringa: “Met name als ze vertraging van het grondstoffenbeleid en van de transitie naar een circulaire economie willen voorkomen. Vanuit mijn achtergrond als econoom en milieukundige maak ik inzichtelijk welke beleidsinstrumenten effectief zijn om deze doelen te realiseren (inclusief ruimtelijke randvoorwaarden), welke milieuwinst kan worden geboekt en de effecten hiervan op de economie.” Het gaat om verschillende strategieën op de zogeheten R-ladder, zoals afzien van consumptie, levensduur van producten verlengen, meer hergebruik en tweedehandshandel, inzet van hernieuwbare grondstoffen en meer recycling. Voorbeelden van concrete beleidsmaatregelen zijn een verplicht aandeel gerecycled materiaal in producten, een belasting op materialen en statiegeld op producten om hergebruik te bevorderen en zwerfafval te voorkomen.”

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details