Eind december keurde de regering het nieuwe federaal actieplan voor circulaire economie goed. Een plan dat 25 maatregelen telt die moeten stimuleren om het lineaire model van ontginnen – produceren – consumeren in te ruilen voor een circulair. Een overzicht van de belangrijkste krachtlijnen.
Het eerste dat u moet weten is dat er een lange voorbereiding aan dit circulair actieplan vooraf ging. Daarom spreekt het enkel maar over de periode 2021 – 2024. FOD Economie en FOD Leefmilieu fungeerden als leidende administraties in dit dossier, met de ondersteuning van de respectieve kabinetten van minister van Economie en Werk Pierre-Yves Dermagne en minister van Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal Zakia Khattabi. Het is gebaseerd op het Europese actieplan voor de circulaire economie voor een schoner en concurrender Europa. België engageert zich om in onderhandelingen op Europees niveau steeds een ambitieuze positie in te nemen. Het wil de draaischijf van een Europese circulaire economie worden. Niet als een doel op zich, maar om de doelstellingen op vlak van milieu en welzijn te kunnen halen. Daarbij is er ook aandacht voor het breder kader van de strijd tegen klimaatverandering en biodiversiteitsverlies.
Pas in deel 4 en 5 komen de concrete maatregelen voor België aan bod. Daarin wil men in eerste instantie een opwaardering van het intra-Belgisch Platform Circulaire Economie. Dit is een overlegplatform opgezet door de administraties van de drie verschillende gewesten. Er zullen nu extra middelen tegenover gezet worden om meer de dialoog aan te gaan. Een positieve evolutie uiteraard, zeker wanneer dit kan leiden tot een betere overeenstemming in het regelgevend kader voor Vlaanderen, Wallonië en Brussel. Daarnaast zouden er stappen moeten worden gezet in het gladstrijken van de violen tussen product- en afvalregelgeving.
Een actieplan circulaire economie is immers geen sinecure voor een federale overheid die geen bevoegdheden heeft over afval. Stimulansen moeten dan ook komen uit het circulairder maken van producten, al van bij hun ontwerp. Drie actiepunten staan daarin voorop. Ten eerste moeten nieuwe producten herstelbaar zijn. Er zou een index moeten komen, zoals dat in Frankrijk al het geval is. Daar is sinds 2021 een reparatie-index in voege voor elektronische producten die consumenten toont hoe makkelijk en goedkoop apparaten gerepareerd kunnen worden. Een tweede sleutelwoord wordt sensibiliseren. Producenten moeten geïnformeerd en aangemoedigd worden om meer in te zetten op ‘product as a service’. Ten derde wordt er gekeken naar financiële ondersteuning voor ecodesign en de vervanging van stoffen die in de REACH wetgeving als zorgwekkend te boek staan door duurzamere alternatieven. Duurzame producten zullen in de toekomst meer en meer recycled content bevatten. Daarom onderzoekt de federale overheid hoe een betrouwbare certificering kan ontwikkeld worden. Voor recycled content enerzijds, maar ook voor circulaire processen. Dat de juiste informatie gebruikt wordt door producenten zal immers impact hebben op hoe de consument naar circulariteit kijkt.
Om dat alles concreet te maken, lanceerden de kabinetten van Dermagne en Khattabi net voor de zomervakantie de projectoproep ‘Belgium builds back circular’. Daarmee wil de federale overheid innoverende projecten en onderzoeksactiviteiten steunen die de circulaire dimensie integreren in vier specifieke sectoren: elektrische fietsen, windenergie, gezondheidszorg en biomimetica. De bedragen lopen van 250.000 tot en met 1 miljoen euro. De oproep word afgesloten op 31 oktober 2022.
Dat het federale actieplan een goede basis biedt om op weg te gaan naar een circulaire maatschappij valt niet te betwisten. Het bevat een kader om werk te maken van bijvoorbeeld meer recycled content. De juiste elementen worden dus aangestipt, de vraag blijft nu hoe snel er geschakeld kan worden? Kan er nog veel binnen de huidige regeerperiode gerealiseerd worden of blijft het bij mooie initiatieven op papier?