De Recyclingbranche in de etalage

In 2021 werd Staatbosbeheer door Pointer op de vingers getikt, nadat er plasticvervuiling was gevonden in de half verharde paden. Er werden naar aanleiding van deze uitzending Kamervragen gesteld en de directie van Staatsbosbeheer gaf aan dit zo spoedig mogelijk te willen oplossen. BEwerken sprak met André Luinstra, adviseur kwaliteit en duurzaamheid Staatsbosbeheer heeft deze uitdaging destijds direct aangepakt.

“Staatsbosbeheer beheert zo’n 600 kilometer aan half verharde paden. Als de huidige wettelijke norm van maximaal 1% vervuiling wordt nageleefd, zorgt dit voor zo’n 2,5 miljoen kilo afval wat in de natuur terechtkomt. Dit was het resultaat van een korte inventarisatie”, stelt André. “Als je dit soort getallen ziet weet je gelijk dat het anders moet. We moesten op zoek naar alternatieven en ondanks dat er genoeg alternatieve oplossingen waren met betrekking tot het inzetten van primaire grondstoffen, hadden en hebben we de specifieke wens uitgesproken om een duurzaam alternatief op basis van secundaire grondstoffen in te zetten.”

Tijdens het Centraal Overleg van BRBS Recycling pakte André de kans om de volgende vraag aan de leden van BRBS Recycling voor te leggen: kunnen we toe naar een lager percentage vervuiling?

De vraag werd daarbij direct omgedraaid naar: aan welk percentage wordt gedacht en aan welke voorwaarden moet het voldoen? De branche was en is van mening dat het veel schoner geleverd kan worden, maar de vraag naar een duurzamer alternatief bleef tot nu toe uit.

De bal kwam na deze vraag snel aan het rollen. Met de huidige techniek en installaties is het namelijk mogelijk om naar een maximum van 0,1% vervuiling te gaan. Dit is een reductie van 90% ten opzichte van de huidige norm. 

André: “Ik ben verder in contact gekomen met het ministerie van IenW, de provincies en natuurmonumenten over het potentieel dat voor ons lag. Maar op een gegeven moment heb ik het traject versneld door een beleidsvoorstel neer te leggen bij de directie van Staatsbosbeheer. Dit besloeg een voorstel voor de implementatie van menggranulaat met maximaal 0,1% verontreiniging in half verharde paden. 

Hier kwam nagenoeg direct een akkoord op en Natuurmonumenten volgde snel met het uitspreken van de intentie voor het gebruik van deze variant, maar bij een intentieverklaring bleef het niet. Er is inmiddels een lijst opgesteld van leveranciers die het materiaal nationaal en regionaal kunnen leveren. Hierdoor kunnen verschillende partijen zoals de overheid, semi-overheid en andere organisaties zien bij wie ze moeten aankloppen. Belangrijk hierbij is dat de recyclingbranche blijft etaleren wat ze kunnen en de uitvragers blijft stimuleren om voor duurzamere
alternatieven te gaan.”

“Als men puur kijkt naar Europese wet- en regelgeving is de huidige 1% dé norm, maar als uitvragende partij is het natuurlijk mogelijk om lager te gaan zitten dan de huidige norm. Ik wil iedereen oproepen om niet te gaan zitten wachten totdat de overheid de norm heeft aangepast, want als de marktvraag er is, dan komt de regelgeving er vanzelf achteraan”, oppert André.

“De circulaire markt is één van de markten met de grootste potentiële groei, maar de markt moet zich op alle fronten nog settelen”, weet André. “Zo is en blijft het altijd de verhouding van vraag en aanbod dat de prijs bepaalt. Momenteel is de vraag van de 0,1% menggranulaat nog niet zo hoog dat dit de prijs veel zal beïnvloeden en de kosten voor de 0,1% menggranulaat lopen vooralsnog uiteen. Hoe meer vraag hoe beter de prijs zal zijn.”

“We moeten de keten blijven uitdagen. De leveranciers laten verkondigen wat voor toepassingsmogelijkheden er zijn. Zij kunnen namelijk al heel veel, maar de buitenwereld weet daar nog te weinig van, lijkt het. Neem die voortrekkersrol in de branche.”

De uitvragers dagen André uit te blijven zoeken naar duurzamere alternatieven en te kijken naar de mogelijkheden in plaats van beperkingen zoals budget. “Samen optrekken en volume creëren kan in dit soort gevallen een zeer gunstige uitkomst hebben.”