Jansen Recycling BV, onderdeel van A. Jansen BV, verwerkt jaarlijks ruim 1 miljoen ton aan minerale afvalstoffen waarvan 98,5 procent gerecycled wordt tot secundaire grondstoffen voor toepassing in de wegenbouw en de betonmortel- en betonwarenindustrie. Het bedrijf heeft torenhoge ambities en wil de capaciteit de komende drie jaar met maar liefst 50 procent opschroeven. Een gesprek met Jan Busser, divisiedirecteur bij Jansen Recycling.
Jansen Recycling heeft twee vestigingen in Brabant, één in Son en één in Helmond, en is gespecialiseerd in het verwerken van minerale afvalstoffen. “We beschikken over diverse recyclinginstallaties, waaronder een thermische reinigingsinstallatie, een extractieve grondreinigingsinstallatie, een aquamator en een mobiele breker”, zegt Busser. “Een groot deel van de secundaire grondstoffen die ontstaan uit het recyclingproces worden binnen onze eigen groep weer toegepast. Daarmee maken we de cirkel grotendeels rond en dat doen we overigens al meer dan 25 jaar.”
Op de vestiging in Helmond waar zich ook een betoncentrale bevindt van A. Jansen is ruim 25 jaar geleden het idee ontstaan om zelf betonpuin te gaan breken en wassen om tot gecertificeerd betongranulaat te komen. Busser: “Op dat moment werd elk korreltje zand en grind voor onze betoncentrales nog uit Limburg gehaald. Dat kon natuurlijk veel efficiënter en stond destijds nog los van de hele discussie over duurzaamheid. En zo geschiedde. De grondreinigingsinstallatie maakt gebruik van het principe van extractieve reiniging. Hierin hechten de verontreinigingen zich via een spoelproces aan een slibfractie die afgescheiden wordt van de schone zandfractie. De eindproducten worden vooral afgezet als volwaardig alternatief voor natuurlijk (beton)zand. Het wordt grotendeels toegepast in onze eigen betoncentrales en een klein gedeelte vloeit naar de betonwarenindustrie.”
In 2017 heeft Jansen Recycling in Son de eerste thermische reinigingsinstallatie (TRI) in Zuid-Nederland geopend. “In deze installatie verwerken we jaarlijks zo’n 300.000 ton teerhoudend asfalt en thermisch verontreinigde grond afkomstig uit heel Europa, dat we verwerken tot zand en een grindvervanger voor de betonmortelindustrie”, legt Busser uit. “De installatie scheidt teer en bitumen van de overige bestanddelen, waaronder zand en grind. Deze reststromen zijn weer opnieuw bruikbaar als gecertificeerde secundaire grond- en bouwstoffen. We zijn dus in staat om een diversiteit aan minerale afvalstoffen op te waarderen tot een secundaire grondstof”, resumeert Busser. “Het varieert van slooppuin, verontreinigd puin, ballastgrind, betonpuin, teerhoudend asfalt tot verontreinigde grond in vele facetten met asbest en zelfs PFAS. We zijn in die zin al 25 jaar bezig met duurzaamheid en circulariteit.”
Ambities heeft Jansen Recycling te over. “Ons doel is om de komende drie jaar de capaciteit flink op te schroeven naar 1,5 miljoen ton, waarbij we vooral mikken op het buitenland. Momenteel is al 50 procent van de afvalstoffen afkomstig uit het buitenland en dat zal gezien de aangescherpte wet- en regelgeving alleen maar toenemen”, verwacht Busser. “Vijf jaar geleden had niemand nog van PFAS gehoord. Het zal zich als een olievlek over Europa verspreiden. Daar spelen wij op in. Daarnaast zijn we druk bezig om onze processen verder te verduurzamen. Zo zijn we een ontwikkelingstraject gestart om zelf gas te kunnen produceren, zodat we zelfvoorzienend worden met onze thermische reinigingsinstallatie en hebben we recent een intentieverklaring getekend met Warmtebedrijf Ennatuurlijk waarbij we onderzoeken of we de restwarmte kunnen leveren aan het warmtenet in Eindhoven. Ook in dat opzicht zijn we voortdurend bezig met duurzaamheid en circulariteit. Dat maakt onze branche uitermate boeiend”, besluit Busser.