Meer nog: consumenten blijken daarin weinig onderscheid te maken tussen nieuwe en gerecycleerde plastics. Producenten kunnen plastic echter niet wegdenken uit hun aanbod, aangezien de eigenschappen van plastic moeilijk na te bootsen zijn met andere materialen. Bovendien blijken ook zij niet meteen gewonnen voor gerecycleerde plastics. Vanwaar komt die drempelvrees? En hoe kunnen we dit wegnemen?
Acht studenten Meertalige Bedrijfscommunicatie van de Universiteit Gent voerden voor Denuo een marktonderzoek uit om te peilen naar de drempels waar bedrijven en consumenten over struikelen bij het nastreven van een Circulaire Economie. De studie spitste zich toe op verpakkingsmaterialen.
Er werd onderzocht welke kennis zowel consumenten als producenten hebben over het gebruik van gerecycleerde materialen, waar er potentieel is om gerecycleerde materialen in te zetten en welke barrières er zijn voor de inzet van recyclaat.
Het kwalitatief gedeelte van het onderzoek bestond uit interviews met focusgroepen van consumenten tussen 18 en 65 jaar enerzijds en uit diepte-interviews met 16 producenten anderzijds. Voor het kwantitatieve gedeelte werd een enquête uitgevoerd onder 885 Nederlandstalige en Franstalige consumenten.
Hoewel de meeste producenten van kunststofverpakkingen zich bewust zijn van de rol die zij kunnen spelen in het tot stand komen van een meer duurzame, circulaire economie gaan ze niet volledig over op het gebruik van andere meer duurzaam gepercipieerde materialen zoals karton en glas. Producenten kunnen plastic niet wegdenken uit hun aanbod. Plastic is bijvoorbeeld erg licht maar tegelijk zeer stevig, waardoor het zich uitermate goed leent voor transport. Plastic kan ook de houdbaarheid van een product garanderen, terwijl karton of andere materialen zich hier niet altijd toe lenen.
Toch werken niet alle producenten al met gerecycleerde plastics. Zij zetten vaak in op andere duurzaamheidsfactoren zoals energie- en waterverbruik. De producenten die al wel met gerecycleerde plastics werken, zien dit vaak als slechts een onderdeel van een groter ecologisch plan.
Producenten zijn echter wel gemotiveerd om met recyclaten te werken. Niet alleen de wetgeving stimuleert hen hierin, zij beseffen ook dat het gebruik van gerecycleerde plastics leidt tot een beter imago en dat hun concurrenten er ook mee bezig zijn.
Desondanks ervaren producenten ook barrières die hen verhinderen om met gerecycleerd plastic te werken.
De belangrijkste drempel is de kostprijs van gerecycleerd plastic tegenover virgin plastic. Problematisch is ook dat het aanbod recyclaat volgens hen beperkt blijft. En wat als de vraag naar recyclaat stijgt de komende jaren, is het aanbod dan nog voldoende? Tevens vinden producenten dat er nog een grote onduidelijkheid is over de concrete eigenschappen van gerecycleerde kunststoffen. Ze hebben vragen met betrekking tot voedselveiligheid en -houdbaarheid. Tot slot argumenteren producenten dat investeringen in gerecycleerde plastics niet altijd prioritair zijn, aangezien consumenten een steeds grotere algemene afkeer van plastics ontwikkelen.
Uit het gevoerde onderzoek blijkt inderdaad dat plastic en zelfs gerecycleerd plastic onderaan op het lijstje van milieuvriendelijke materialen staat voor de consument. Er heerst momenteel een trend van plastic bashing, waarbij de consument plastic zoveel mogelijk probeert te vermijden.
Duurzaamheid betekent voor de meeste consumenten in de eerste plaats afvalvermindering. Tijdens hun aankopen zijn consumenten vooral gedreven door routine en kostprijs en veel minder door het soort van verpakking. Bij aankoop van droge en verse voeding speelt de verpakking helemaal geen rol meer: daar primeert voor de consument smaak en kwaliteit.
Opvallend is dat studenten en jongeren meer dan ouderen zich bewust zijn van het milieuvoordeel van gerecycleerde plastics. Toch geven zij aan dat dit geen impact op hun koopgedrag heeft. Zij laten zich vooral leiden door de goedkoopste optie.
De doorsnee consumenten beschikken over weinig kennis wat betreft recyclage en recyclageprocessen en ervaart een gebrek aan duidelijke point-of-purchase communicatie omtrent de recycleerbaarheid van een verpakking en de inzet van recyclaat. De wildgroei aan productlabels maakt hen bovendien wantrouwig.
Uit het onderzoek kwamen ook een aantal opvallende regionale verschillen naar voren. Zo blijken Brusselaars de meest bewuste kopers. Zij hechten meer belang aan het type verpakkingsmateriaal en de origine van het materiaal dan Vlamingen of Walen. Walen hebben de meest negatieve perceptie van plastics en Vlamingen kiezen vooral voor de goedkoopste optie.
Vanuit al deze onderzoeksresultaten formuleerden de studenten die het marktonderzoek uitvoerden een aantal aanbevelingen om drempels voor zowel producenten als consumenten weg te werken.
• Subsidies of financiële ondersteuning zou producenten helpen de overstap naar het gebruik van recyclaat te maken.
• Producenten hebben behoefte aan duidelijkheid en zekerheid omtrent de eigenschappen van recyclaat. Het is aan de recyclagebedrijven om hier zo goed mogelijk op in te spelen.
• Consumenten hebben te weinig kennis van plastic en de milieu-impact ervan om doordachte aankoopbeslissingen te nemen. Meer informatieverstrekking over de eigenschappen van plastic en uniforme productlabels kunnen daarop inspelen.
• Om jongeren met een beperkt budget te stimuleren meer duurzame aankoopbeslissingen te nemen, kan een studentenkorting op producten met gerecycleerde verpakkingen doeltreffend zijn.