Een zegen was het. China wilde niet langer het ‘afvoerputje’ van de wereld zijn en sloot in januari 2018 de grenzen voor onder meer plastic afval. Ineens was er meer dan voldoende plasticafval om te recycleren. Een van de grootste uitdagingen van onze sector – waar halen we voldoende recycleerbaar materiaal vandaan – was opgelost. Onze tweede grote uitdaging luidt: Waar kunnen we de gerecycleerde grondstoffen weer kwijt? Maar we wisten niet wat er op de loer lag.
Het is een mooie uitdaging. Immers, het is goed om samen na te denken over een circulaire economie. En dat leek te slagen. Steeds meer bedrijven willen duurzaam ondernemen. De prijs van deze ‘groene’ grondstof is hierin echter nog altijd een heikel punt. Uiteraard moet het toepassen van de gerecycleerde grondstof rendabel zijn voor beide partijen. En toch, het onverwachte gebeurde in het afgelopen jaar. Amerika besloot de productie van schaliegas flink uit te breiden. Met als doel minder afhankelijk te zijn van brandstoffen uit het Midden-Oosten. Naast brandstoffen kan met hetzelfde schaliegas ook plastic worden geproduceerd. Een methode die goedkoper is dan de productie van plastic uit aardolie. Het gevolg is te zien in de grafiek. In januari 2018 was de hoeveelheid plastic dat uit Amerika naar Europa werd vervoerd nagenoeg nihil. In de tweede helft van 2019 steeg dit aantal tot 40.000 ton per maand. Doordat er veel meer werd geproduceerd dan er nodig was, ging de prijs van vooral virgin (primair) PE flink omlaag.
In de sterk concurrentiële markt van de maakindustrie speelt de inkoopprijs van de grondstof nog altijd een belangrijke rol. Het gevolg was dan ook een daling van de tarieven van recyclaat en een flinke overstap van recyclaat naar virgin. De recycleerders kunnen als gevolg daarvan hun businessmodel niet meer sluitend krijgen. Aan de inkoopkant dan maar compenseren en het plastic afval voor recyclage duurder maken? Of raken we dan juist de input weer kwijt omdat verbranden of storten dan goedkoper is? Kortom, een verstoring van het toch al wankele evenwicht. De recycleerders – ook van papier, hout, textiel en metaal – hebben het zwaar. Iedereen ervaart dezelfde problematiek. Dalende opbrengsten voor secundaire grondstoffen en teruglopende afzet.
Maar wacht even… We hebben als Europa toch circulaire doelen gesteld? De EU Green Deal; ambitieus en heel duidelijk. Helaas is tot nu toe de weg naar deze doelen nog een dwaalspoor. Realisatie van de noodzakelijke circulaire doelen vraagt om meer dan alleen politieke ambitie. Als we deze doelen in 2030 willen halen moeten we niet wachten met actie tot 2029. Gisteren hadden we moeten starten! Mogelijkheden zijn er genoeg. We kunnen als Europa fabrikanten verplichten om een minimaal percentage recyclaat te verwerken in hun producten. Een verbrandingsverbod op recycleerbaar afval brengt de markt aan de inputzijde van de recycleerder meer in balans. Bij de concurrentie tussen de recycleerders onderling moet niet het vernietigen van de grondstof het goedkope alternatief zijn!
Als recyclagebedrijf steken we onze nek uit om stappen te zetten richting de gewenste circulaire economie. Helaas remt deze nieuwe ontwikkeling enorm de afzet van onze grondstoffen. Het stimuleert ook geen nieuwe initiatieven. Zo wordt het ontwikkelproces van een circulaire economie afgeremd. En let wel: alles wat we nu verbranden of storten kunnen we in de toekomst niet meer recycleren. Een gemiste circulaire kans! Onlangs zat ik in de auto en luisterde naar een prachtige reclame van een shampoomerk. ‘Onze flacons zijn volledig recyclebaar.’ Dan denk ik: “Nee, stop. Ze moeten gemaakt worden van recyclaat!” Als iedereen op deze wijze blijft ondernemen, dan wordt er niets gerecycleerd. Maak je product van recyclaat, pas dan volgt er weer zegen.
Ton van der Giessen, CEO Van Werven
Peter Brughmans, Consultant Van Werven