Veel bedrijven zuchten als het over de wettelijke verplichtingen rond het sorteren van afval gaat. Een heel ander verhaal bij maatwerkbedrijf Demival dat als geen ander werk maakt van slim afvalbeheer. Daar gebruiken ze de SDG’s van de Verenigde Naties als kapstok om tot meer duurzaamheid te komen. Met heel veel aandacht voor het sorteren en recycleren van afval. Demival zamelt maar liefst 41 afvalstromen selectief in. “Communicatie en transparantie zijn onze sleutels tot succes, want je moet voortdurend inzetten op sensibilisering om iedereen mee te krijgen in het verhaal”, verklapt Coördinator kwaliteit, milieu en duurzaamheid Naomi Vandereycken.
Maatwerkbedrijf Demival werd opgestart in ’67. Het mag zich vandaag met 630 medewerkers één van de grootste werkgevers noemen van fusiegemeente Deinze in het land van Nevele. De activiteiten zijn verdeeld over vijf sectoren: groendienst, metaal, verpakking, elektromontage en elektronica. Daarnaast stuurt het er nog een deel van zijn medewerkers op uit om rechtstreeks bij bedrijven aan de slag te gaan. “De maatwerker is eigenlijk onze hoofprioriteit”, legt Vandereycken uit. “We doen er alles aan om de afstand tot de arbeidsmarkt zo klein mogelijk te maken en hem te helpen om door te stromen naar het gewone economische circuit. Niet evident, maar er zijn succesverhalen.”
Demival doet dat zoals elk maatwerkbedrijf aan marktconforme prijzen. “Het verschil maken doen we door samen te werken. Intern, want we kunnen heel veel in eigen huis aanbieden. Maar ook extern, dankzij de goede reputatie die we de afgelopen jaren opgebouwd hebben.” Daarnaast wil Demival zich meer en meer opwerpen als een duurzame partner. “Omdat het eigenlijk al van nature in onze werking verweven zit. Duurzaamheid gaat immers ook over inclusie en gelijke kansen.” Geen holle woorden, Demival liet dit toetsen aan het duurzaamheidscharter van VOKA en voldeed al bij de eerste audit. “We willen pionier worden en alle SDG’s in onze werking verweven”, stelt Vandereycken ambitieus.
Een van de punten om aan te pakken was het afvalbeheer. Sinds ze vier jaar geleden bij Demival begon, werkt Vandereycken er hard aan om een voorbeeldbedrijf op dit domein te zijn. “Niet alleen uiteraard. Afvalbeheer is een zaak van alle medewerkers. We blijven dan ook inzetten op sensibilisering om te blijven verbeteren.” Een tweede sleutel is transparantie. “Het moet duidelijk zijn voor iedereen die hier werkt wat in welke afvalbak hoort. Daarom hebben we specifieke kleuren gekoppeld aan de afvalstromen op een uniforme manier voor alle afdelingen. En waar vroeger elke bureau zijn eigen afvalbak had, kijken we om nu overal afvaleilanden te installeren voor een selectieve inzameling.” Een aanpak die werkt. “We zien dat het steeds beter opgevolgd wordt en dat mensen door onze aandacht ervoor meer de waarde van materialen leren kennen.
In totaal worden in de productie bij Demival maar liefst 41 stromen apart gesorteerd. “Daarvoor hebben we twee eigen containerparkjes”, vertelt Vandereycken trots. “We hebben één verantwoordelijke aangesteld om het afval overal in de productie te verzamelen en in de juiste containers te deponeren. Dat werkt.” Maar ook achter de schermen werd hard gesleuteld aan verdere optimalisering. “Bijvoorbeeld door het aantal IHM’s terug te dringen van elf tot vier om zelf meer inzicht en transparantie te krijgen in hoeveel afval we produceren en hoe we kunnen verbeteren. Want we blijven ambitieus: zo willen we proberen om naar 20 ton minder restafval te gaan en voor elke afvalstroom tot de best mogelijke container en oplossing komen.”
Demival doet dat niet zomaar. “Restafval wordt duurder”, weet Vandereycken. “Als maatwerkbedrijf krijgen we subsidies van de Vlaamse overheid, maar kunnen we zelf eveneens een voorbeeldrol opnemen. Dat vinden we belangrijk en onze medewerkers ook. Als je ziet hoe ze zelf nadenken over afvalstromen en voorstellen doen om het beheer te verbeteren, dan geeft dat bijzonder veel voldoening. Bovendien krijgen we jaarlijks audits van klanten. Ook zij hechten steeds meer belang aan een duurzame werking.”