Er zijn minstens twee redenen waarom deze doelstellingen in gevaar zijn. De eerste houdt verband met de coronacrisis en de tweede met de vraag naar gerecycleerde materialen.
Tijdens de eerste golf van de coronapandemie stopten afvalbedrijven In een groot aantal EU-landen met de gescheiden inzameling van recycleerbaar afval. Dat gebeurde vooral toen sommige gemeenten overschakelden op gecombineerde inzameling. Op basis van onze eigen ervaringen was dit niet het geval in Nederland en België, maar blijkbaar wel in zwaar getroffen Zuid-Europese landen. Wat op zijn beurt tot minder recyclage leidde. Op dat moment, en gezien de extreme druk om essentiële diensten operationeel te houden, was er weinig keuze. Maar nu kunnen we van de situatie leren en stappen zetten om ervoor te zorgen dat het niet opnieuw gebeurt bij de tweede golf.
Om de nodige omstandigheden voor een circulaire economie te creëren, moeten overheden in overleg met de industrie een duurzame vraag naar gerecycleerde materialen tot stand brengen. Om succesvol te zijn moet deze vraag minder afhankelijk zijn van prijsschommelingen van nieuwe grondstoffen. Alleen wanneer overheden actie ondernemen, kan de recyclage-industrie het aanzienlijke kapitaal investeren dat nodig is om aan die groeiende vraag te voldoen. Onze aanbeveling? Overheden, het bedrijfsleven en de industrie moeten samenwerken om ervoor te zorgen dat de duurzaamheidsdoelstellingen van Europa niet in het gedrang komen.
Dit is een complexe opdracht die enerzijds ‘begeleiding’ door de Europese Unie en haar lidstaten vergt en anderzijds een reeks oplossingen. Er bestaan al een aantal beleidsinstrumenten, zoals maatregelen die de vraag naar secundaire materialen aanwakkeren. Ten tweede denken we aan maatregelen die de vernietiging van herbruikbare materialen ontmoedigen, zoals belastingen op het gebruik van stortplaatsen en verbrandingsovens en CO2-belasting. Ten derde komt het erop aan te sensibiliseren en innovatie aan te moedigen via subsidies.
Ontmoedigende maatregelen zijn even belangrijk om ruimte te creëren voor recyclage. Een minimum-percentage aan secundaire materialen in eindproducten, in combinatie met verbrandings- en CO2-belastingen om het gebruik van primaire materialen te ontmoedigen, speelt in het voordeel van recyclage. Zo zou de eenvoudige verplichting om in bepaalde eindproducten een minimumpercentage aan secundaire grondstoffen te gebruiken de vraag naar gerecycleerde materialen stevig ondersteunen en op die manier de ambitieuze Europese recyclagepercentages haalbaarder maken.
Om het aanbod aan gerecycleerde grondstoffen van hoge kwaliteit op te drijven, kan Europa een belangrijke rol spelen door innovatie aan te moedigen en de schaalgrootte van de Unie te benutten. In België en Nederland bestaan die al op nationaal niveau voor diverse afvalstromen. De invoering van minimale standaardwaarden voor afvalverwerking in heel Europa zou de potentiële markt voor innovatie uitbreiden.
Om echt doeltreffend te zijn en oneerlijke concurrentie te vermijden, moeten beide hierboven beschreven beleidsinstrumenten pan-Europees zijn. We hebben geen tijd te verliezen. Covid-19 is een crisis, maar de klimaatverandering dreigt een ramp te veroorzaken en tijd staat niet aan onze kant. Deze maatregelen kunnen snel geïmplementeerd worden en zullen een sleutelrol spelen in het behalen van de recyclagedoelstellingen van 2030. We moeten nu doortastend optreden om de circulaire economie de wind in de zeilen te geven. En om het risico van korte termijnbeleid aan te pakken dat de Europese langetermijndoelstellingen inzake circulaire economie kan ondermijnen.