NLFR

Platform over de gehele recyclingstroom binnen de Benelux
Materiaalstromen in de bouw en infra

Materiaalstromen in de bouw en infra

In vervolg op het in januari 2020 verschenen rapport ‘Materiaalstromen, milieu-impact en energieverbruik in de woning- en utiliteitsbouw’ is in 2022 aanvullend de GWW in kaart gebracht. De studie is uitgevoerd door EIB, Metabolic en SGS Search. Resultaat is een kwantitatieve schets van de materiaalstromen in tonnen en MKI (Milieukostenindicator). Als ijkjaar is 2019 gekozen en daarnaast is een doorkijk naar 2030 en 2050 gegeven. Dit artikel is gebaseerd op dit rapport.

Aanpak

In het rapport zijn twee benaderingen gevolgd. Eerste is dat standaardprofielen van typen bouwwerken zijn gedefinieerd, die qua materiaalgebruik min of meer overeenkomen. Hieraan zijn hoeveelheden gekoppeld. Tweede was vanuit de productie en aanlevering van de grondstoffen en of bouwdelen.

Totale bouw

In de totale bouw wordt bijna 2,5 keer zoveel materiaal gevraagd dan er vrijkomt. De som van de MKI bedroeg naar schatting bijna € 1,7 miljard, waarvan ongeveer 29% voor rekening komt van de GWW en 71% toe te wijzen is aan de B&U. Zand, beton en recyclinggranulaat zijn de grootste stromen. Vierde is asfalt. Grond is ook een omvangrijke stroom, maar heeft een relatief lage MKI. Ophoogmaterialen bleven buiten beschouwing.

De grootste milieu-impact in de bouw ligt bij de verduurzaming van woningen, wegen, niet-asfalt verhardingen en nieuwbouw van bedrijfsruimten en seriële woningen. Kijkend naar de toekomst blijft bij ongewijzigde bouw de totale instroom van materialen stabiel. Het ‘gat’ tussen vraag en aanbod daalt van 58% naar 39% en de totale MKI stijgt van bijna € 1,7 miljard in 2019, 1,8 miljard in 2030 en 2 miljard in 2050.   

GWW

Wanneer alleen naar de GWW wordt gekeken is het theoretisch verschil van vraag en aanbod 35%. Voor asfalt kan voor bijna 80% van de vraag worden voorzien door secundair materiaal. Voor beton en staal is dit respectievelijk bijna 60% en 50%. Bij kunststoffen maximaal 15%. Van alle vrijkomende materialen uit de GWW wordt 98% opnieuw gebruikt. Bij meer hergebruik in de B&U zal minder recyclinggranulaat beschikbaar zijn voor de GWW. Dit toont aan dat verduurzaming in de ene sector gevolgen heeft voor de circulariteit in de andere.

Wegen en andere verhardingen hebben het grootste aandeel in de totale MKI van de GWW. Bruggen en spoor nemen in totaal bijna 30% van de totale MKI in de GWW voor hun rekening. Kijkend naar 2030 en 2050 levert, bij ongewijzigd beleid, toenemende vervangingsbouw veel vrijkomende materialen op. Beperkte nieuwbouw dempt de vraag. De totale hoeveelheid ingaande materiaalstroom in de GWW lijkt relatief stabiel te blijven. De totale MKI neemt toe in de GWW van € 470 miljoen naar ruim € 485 miljoen in 2030 en in 2050 naar € 505 miljoen.

B&U

De vraag naar bouwmaterialen in de B&U is ruim 4,5 keer groter dan het theoretisch maximale aanbod uit de B&U. De vraag naar beton is ruim 5,5 keer groter dan het aanbod uit sloop in 2019. Het gat tussen vraag en aanbod is voor isolatiemateriaal ruim 6,5 keer groter dan het aanbod. Voor kalkzandsteen is het andersom door minder vraag naar kalkzandsteen bij nieuwbouw.

De MKI-som in de B&U bedroeg in 2019 ongeveer € 1,2 miljard. Door de relatief lage MKI per ton leveren beton, kalkzandsteen en gips maar een beperkte bijdrage aan de totale MKI. Installaties vertegenwoordigen juist een klein aandeel van de massa maar gezamenlijk wel ruim 40% van de MKI. 

Bij ongewijzigd beleid stijgt de som van MKI naar verwachting verder tot € 1,4 miljard in 2030 en € 1,5 miljard in 2050. Herstel en verbouw biedt in deze sector een belangrijk aangrijpingspunt om de milieu-impact van de bouw te verminderen, omdat deze ten opzichte van nieuwbouw toeneemt en minder materiaalvraag kent.

Belangrijke kwesties

Voordat conclusies worden verbonden aan de getallen is het belangrijk te vermelden dat er een discrepantie zit tussen theoretisch aanbod en hergebruik in de praktijk, dat in deze studie geen rekening gehouden wordt met technologische ontwikkelingen de mogelijke gevolgen voor de MKI. Ook is toekomstig beleid niet meegenomen. Verder bleken er problemen te bestaan rondom de beschikbaarheid en kwaliteit van de data. Dit betekent dat conclusies met de nodige voorzichtigheid moeten worden geïnterpreteerd. 

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details