Dat is in een notendop wat AmphiStar kan en doet. Of beter gezegd, het bedrijf produceert surfactanten – die basisbouwstenen vormen in tal van producten – uit biologische afval- en restmaterialen. Een recente investeringsronde, waarbij de spin-off van de Gentse universiteit en de Bio Base Europe Pilot Plant 6 miljoen euro ophaalde, moet hen nu in staat stellen om de laboschaal verder te ontgroeien, nieuwe ingrediënten voor formulaties commercieel te ontwikkelen en de blauwdruk van de toekomstige fabriek uit te tekenen. Veel werk op de plank dus. Een gesprek met medeoprichter en COO Sophie Roelants.
Wie diep in de receptformules van shampoo, tandpasta, verf, wasmiddelen, reinigingsproductenpesticiden en zelfs voedingswaren zou grasduinen, komt er synthetische surfactanten tegen. Dit zijn stoffen die de oppervlaktespanning verlagen. Ze zorgen er bijvoorbeeld voor dat jouw glazen niet met een kalklaagje uit de vaatwas komen of dat er geen vet meer in je haar blijft zitten na het wassen. “Vandaag worden ze gemaakt uit fossiele grondstoffen of palmolie”, legt Roelants uit. “Beiden niet-duurzame feedstocks maar dat geldt evenzeer voor het productieproces waar hoge drukken en temperaturen voor nodig zijn. Bovendien zijn sommigen moeilijk degradeerbaar in het milieu.”
Roelants en AmphiStar varen daarom resoluut een andere koers. Twintig jaar geleden was aan de Universiteit Gent (InBio.be) al een productie-proces voor een biosurfactant ontwikkeld. AmphiStar bouwt daar als spin-off nu op verder. Ecover ontwikkelde – onder andere op basis van AmphiStar biosurfactants – een limited edition van schoonmaakproducten die tot 97% geproduceerd zijn uit gerecycleerd voedselafval. Een samenwerking die bewijst dat er wel tegelijk toekomst en muziek zit in afval. “Eigenlijk hebben een technologieplatform ontwikkeld om het afval te fermenteren door middel van gisten, schimmels of bacteriën. Die gaan allerhande afvalvoedingsingrediënten omzetten in surfactanten. Dit gebeurt bij – in vergelijking met chemische productieprocessen – lage temperaturen (30 à 37 °C) en drukken. De enige ‘nieuwe’ grondstoffen die we zelf nog toevoegen zijn water, maar ook dat proberen we zo goed mogelijk te recupereren en te hergebruiken en zuur of base om de pH van ons proces op peil te houden.” De restfractie die overblijft kan dan nog naar vergisting gaan voor groene elektriciteit.
De samenwerking met Ecover bleek de perfecte stunt om AmphiStar en zijn duurzame technologie op de kaart te zetten. “De bedoeling is om dit nu verder commercieel uit te rollen en op te schalen, zodat ook andere klanten de weg naar ons vinden.” Het vizier staat in eerste instantie op de markt van homecare en personal care. “Maar eigenlijk is de sky the limit”, voegt Roelants eraan toe. “Surfactanten zitten nu eenmaal in zoveel producten.” AmphiStar zal daarvoor in eerste instantie vanuit de Bio Base Europe Pilot Plant blijven opereren. “Binnen twee jaar plannen we een eigen ‘launch plant’ operationeel te hebben waarmee we de capaciteit kunnen opdrijven tot 1.000 ton. Cruciaal om prijstechnisch de concurrentie aan te gaan. De klassieke fossiel gebaseerde raffinageprocessen hebben zich de voorbije decennia doorontwikkeld om zo efficiënt mogelijk te draaien. Bioraffinage moet dat proces nog door. We sleutelen continu aan de engineering van ons proces om de prijs naar beneden te krijgen en tot betere micro-organismen te komen. Met onze eigen launch plant zullen we al aan een aanvaardbaar prijsniveau zitten. In 2028 moet dan de commerciële plant volgen.”
Roelants laat nog niet in haar kaarten kijken waar die dan precies zullen komen. “De gesprekken lopen. Idealiter kijken we naar co-lokalisatie. Dat we met de producent van de afvalstroom in kwestie op dezelfde site zitten om ook wat transport betreft onze voetafdruk klein te houden.” Tot het zo ver is, hoopt ze dat wetgeving en marketing het besef bij producenten en consumenten dat het anders moet en kan, verder doet groeien. “Het moet echt gaan gebeuren. Niet alleen met AmphiStar trouwens, er beweegt zoveel in biotechnologie momenteel. Fossiele grondstoffen zijn vervuilend en eindig. We moeten sowieso op zoek naar alternatieven. Door dit momentum vandaag aan te grijpen, kunnen we duurzamer worden zonder in te boeten aan het comfort en de luxe die we met zijn allen gewend zijn”, besluit ze.