Voedingsbedrijven zitten vaak op een berg organisch afval dat vrijkomt uit hun verschillende productieprocessen. Orinso probeert dit zo goed mogelijk te koppelen met de capaciteit bij vergistingsinstallaties in binnen- en zelfs buitenland. Een rol als matchmaker dus en die zit het team van Orinso als gegoten.
Orinso ontfermt zich over ongevaarlijke organische reststromen. Wat begon vanuit louter een logistiek verhaal, is vandaag uitgegroeid tot een volwaardige business waarin het bedrijf een matchmaker probeert te zijn en jaarlijks een volume van 350.000 ton verzet. Tussen de producenten van die reststromen en de bedrijven die ermee aan de slag kunnen voor verdere verwerking. “Onze missie bestaat erin om tot de best mogelijke valorisatie van organische reststoffen te komen”, vertelt productmanager Charlotte Van Rumst. De kracht van Orinso is het netwerk dat het door zijn jaren ervaring heeft opgebouwd. “We streven samenwerking op lange termijn na, zodat we een zicht hebben op de reststromen die zullen vrijkomen. Het is immers niet alleen het voedingsbedrijf dat zijn afval kwijt wil. Het plaatje moet ook aan de andere kant kloppen, zodat de vergisters op de best mogelijk manier gevoed worden.”
Van Rumst ziet ook nog de komende jaren een belangrijke rol weggelegd voor een intermediair als Orinso. “Voor de producenten zelf is de wetgeving die bij een afvaltransport komt kijken, bijzonder complex. Wij kunnen die volledige papierwinkel op ons nemen, zodat zij zich op hun productie kunnen toespitsen. Voor vergisters is onze logistieke capaciteit dan weer een troef. Ze hebben niet voldoende medewerkers op de baan om die volumes efficiënt te verzetten. Want je moet toch ook lege kilometers zoveel mogelijk proberen vermijden.” Daarnaast blijkt het internationale karakter van Orinso een voordeel in matchmaking. “We hebben vestigingen in Nederland, Frankrijk en Duitsland. “Ajuinenschillen zijn bijvoorbeeld gegeerd in Franse vergistingsinstallaties”, weet Van Rumst.
Altijd oplossingen zoeken en bieden dus. Zo probeert Orinso het verschil te maken in deze markt. “Wanneer er zich een calamiteit voordoet in de productie, dan moet je kort op de bal kunnen spelen. Kan de afgekeurde partij nog dienen voor dierenvoeding? Of moeten we naar een andere oplossing kijken? Wie is er beschikbaar om de ontpakking op zich te nemen? Het is op die momenten dat ons netwerk en de langetermijnrelaties die we over de jaren opgebouwd hebben lonen. Maar je moet wel je pappenheimers kennen en weten wie welke lading kan aanvaarden. Vergistingsinstallaties hebben allemaal een heel eigen menu. Daar moet je zo goed mogelijk op inspelen”, verduidelijkt Van Rumst nog. “Maar vaak is het schipperen tussen vraag en aanbod om voor iedereen tot de best mogelijke oplossing en valorisatie te komen. Transparantie is dan ook een belangrijke sleutel tot samenwerken. We hebben geen geheimen. Alles gebeurt zeer open.”
Bij elk lot brengt Orinso drie factoren in rekening: de afstand, de nood of schaarste en de calorische waarde van de lading. “We beschikken zelf slechts over minimale opslagcapaciteit. Dus het is altijd zaak om snel tot een goede oplossing te komen. Een fabriek moet nu eenmaal verder kunnen draaien. We kunnen het afval er niet laten liggen.” Ook politieke beslissingen en verschillende regels binnen Europa maken het klimaat waarin Orinso werkt soms complex. Orinso en Van Rumst blijven de toekomst toch positief tegemoet komen. “Door de schaarste zie je ook bedrijven actief op zoek gaan naar andere grondstoffen om tot innovatieve, duurzame nieuwe toepassingen te komen. Geen dag is hier daardoor ooit dezelfde. Je helpt echt afval een nieuw leven te geven, de wereld wat ecologischer en beter maken. Wat is er nu mooier dan dat?