In de haven van Gent wordt het onmogelijke mogelijk. Uit de bodemassen die overblijven na verbranding van het restafval puurt het Valomet team van SUEZ nog waardevolle metalen. Een fractie die tot voor kort als onbruikbaar en economisch niet rendabel werd bestempeld. Maar die nu waardevolle grondstoffen oplevert voor een duurzame circulaire economie. Vlaams minister-president Jan Jambon was een trotse aanwezige op de officiële opening van Valomet in februari.
Balpennen, SIM-kaarten, lampjes … het zijn maar enkele voorbeelden van voorwerpen die bij het restafval belanden, hoewel ze nog waardevolle metalen bevatten. Non ferrous & Energy from Waste Supply Manager bij SUEZ Karen De Boeck legt uit hoe ze toch nog van betekenis kunnen zijn. “We leven in een wegwerpmaatschappij. Er belandt nog heel wat bij het restafval, vaak omdat er geen apart inzamelcircuit voor bestaat. En nochtans zit daar nog heel wat waardevols tussen. Die kleine printplaatjes van bijvoorbeeld SIM-kaarten bevatten minuscule druppels edelmetalen. Metalen die eigenlijk oneindig gerecycleerd kunnen worden. Het beste bewijs daarvan is het Valomet proces. Zelfs na alle recyclagestappen, tot verbranding toe, te hebben doorlopen kunnen we ze nog recupereren en valoriseren.”
Valomet begon in 2014 als proefproject in de Gentse haven. De Boeck: “Bodemassen bevatten gemiddeld tussen 92 à 95% minerale stoffen. In onze site in Grimbergen zuiveren we die verder uit, zodat ze primair zand en grind kunnen vervangen in toepassingen in de bouwsector. De metaalfractie die er nog in aanwezig is, werd er dus al altijd uitgefilterd. Dit gaat om een ultrafijne fractie, een non-ferro metaalconcentraat dat bestaat uit deeltjes tussen 0 en 20 mm groot. Het verschil is dat we nu van een verloren en onbruikbaar geachte stroom nog iets bijzonder waardevols kunnen maken.” Op de site in Grimbergen was er helaas niet voldoende ruimte. Terreinen die SUEZ nog ter beschikking had in Gent vormden een perfect alternatief, te midden het kruispunt van de aanvoer uit de verschillende restafvalenergiecentrales in binnen- en buitenland (het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Nederland, Duitsland, Polen en Servië).
In februari gebeurde de officiële lancering. Het testproject heeft plaats geruimd voor een volwaardige industriële verwerking van 12.000 ton metaalconcentraat per jaar. “De technieken die we toepassen om het materiaal in opeenvolgende stappen te homogeniseren en te scheiden zijn niet nieuw. De machines bestonden al in andere toepassingen. We hebben ze geheroriënteerd naar onze noden en samengelegd tot een innovatieve puzzel”, vertelt De Boeck. De belangrijkste les die uit de testfase geleerd werd is het belang van zuivere stromen. “Het is echt zaak het aanwezige aluminium (30 à 40%), koper (10 à 15%), zink (+/- 2%), mix van edelmetalen (1%) zodanig uit te zuiveren en te scheiden van elkaar en van de minerale stoffen (meer dan 50%) dat er monostromen ontstaan. Daar ligt de economische waarde. Kwaliteit is alles, omdat we rechtstreeks leveren aan smelterijen, waar heel rigide acceptatievoorwaarden gelden. Vocht is bijvoorbeeld uit den boze. Daarom werken we met een 100% droog proces, een unicum in de wereld.”
In het beste geval kan Valomet zo uit 100 ton restafval nog 200 kg aluminium terugwinnen. De grootste uitdaging voor de komende jaren wordt voldoende volume aangevoerd krijgen. “Tegen 2022 willen we graag verdubbelen. De plant is zodanig gebouwd dat een uitbreiding met een paar kleine aanpassingen mogelijk is.“ De De Boeck is bijzonder trots op wat ze met Valomet kan realiseren:
“Dit was een niet-recycleerbaar restresidu dat nu weer andere producten nieuw leven kan inblazen en zo bijdragen tot een reductie van CO2-emissies. Het geeft een ongelooflijk gevoel om voor zo een bedrijf te mogen werken, dat wil investeren in nieuwe processen om de grenzen te verleggen. We gooien met zijn allen nog te veel weg. Het loont om te blijven proberen er waarde uit te halen.”